Met interesse in A.I. kun je het bijna niet gemist hebben: ChatGPT werd afgelopen november gelanceerd door OpenAI en is in essentie een chatbot die welbespraakter is dan… nou ja, bijna iedereen. ChatGPT kan essays schrijven, vragen beantwoorden, wiskunde-opgaven maken en werkende computercode schrijven, om maar een paar van de talenten te noemen.

Technologisch echt heel gaaf en vooral heel knap, maar – zoals bij elke ontwikkeling in A.I. – er zijn mensen die zich zorgen maken over de negatieve gevolgen die er kunnen zijn. Bijvoorbeeld in het onderwijs. ChatGPT is op zijn zachtst gezegd best handig voor studenten als zij snel een werkstuk over een bepaald onderwerp moeten opleveren.
Maar daar zitten wel wat nadelen aan. Het is ethisch natuurlijk niet zo fris als je A.I. je huiswerk laat maken (waarbij het ook nog eens regelmatig voorkomt dat er inhoudelijke fouten in de gegenereerde informatie zitten). Verschillende scholen zijn vanuit de vrees dat scholieren hun huiswerk laten genereren, overgegaan tot het blokkeren van ChatGPT op apparaten die van de school zijn. Wat natuurlijk niet gaat helpen, omdat studenten ook andere apparaten hebben waar ze ChatGPT wél op kunnen draaien. Daar kun je een heel surveillancesysteem omheen proberen te bouwen, maar technologie ontwikkelt zich per definitie sneller dan de daarop inspelende verboden en handhaving.
Kevin Roose, columnist van de New York Times, stelt iets heel anders voor. ChatGPT kan in zijn beleving juist behulpzaam zijn voor het onderwijs. Je kunt studenten beter voorbereiden op de toekomst door samen met A.I.-systemen te werken.
Je kunt ChatGPT dus gaan behandelen zoals je rekenmachines behandelt: voor sommige opdrachten sta je het toe, voor sommige niet. Waarbij je er vanuit gaat dat studenten er gebruik van kunnen maken als je ze niet in de gaten houdt. Maar dat accepteer je, omdat je er vanuit gaat dat een student uiteindelijk gewoon wil leren en wil investeren in de eigen vaardigheden.
En je kunt ChatGPT ook gebruiken om je eigen ideale manier van leren te ondersteunen. Je kunt ChatGPT je eigen bijles laten vormgeven door bijvoorbeeld antwoord te geven op de vraag ‘Leg de relativiteitstheorie uit op een manier die een kind uit groep 8 zou kunnen begrijpen’. Of als je je moet voorbereiden op een debat: ‘Overtuig me dat artificial intelligence een positieve invloed op de wereld heeft, waarbij je wel de negatieve aspecten aanstipt’.
De vrees voor verarming van wat in het hoofd van studenten gebeurt is gerechtvaardigd, als we er vanuit gaan dat dat gedachtenproces volledig gaat worden overgenomen door een algoritme op een supercomputer. Maar die modellen gaan niet verdwijnen, dus die moeten we als een gegeven behandelen. We moeten juist leren om deze nieuwe tooling te gebruiken; verbannen gaat niet lukken.
En het is natuurlijk goed als onze studenten, die opgroeien in een wereld vol A.I. modellen die teksten (maar ook beelden) genereren, leren hoe ze met algoritmes om kunnen gaan. Wat kunnen ze goed, wat niet? Als studenten ervaring opdoen met de modellen en de bias die ze kunnen herbergen, kunnen zij zich in de toekomst beter wapenen tegen eventuele schadelijke gevolgen.
Geef een reactie